|
Leefbaar Amersfoort
Leefbaar Amersfoort Burger Partij Amersfoort
Fractie
Amersfoort, 22 februari 2004
Aan de voorzitter van de gemeenteraad van Amersfoort
Overeenkomstig artikel 37 van het Reglement van Orde van de raad willen ondergetekenden graag de volgende vragen aan het College van B en W stellen:
Toelichting
In het weekblad Amersfoort Nu van 18 februari j.l. is onder de kop ‘Eventuele vergoeding van schade voor Smink’ een woordvoerder van de provincie aangehaald. Zijn opmerkingen geven aanleiding tot de volgende vragen.
- Heeft het College van B en W kennis genomen van de publicatie ‘Eventuele vergoeding van schade voor Smink’ in het weekblad Amersfoort Nu van 18 februari 2004?
- Kan het College van B en W meedelen of de opmerking van de provinciale woordvoerder juist is dat, indien binnen een jaar een alternatieve oplossing ontstaat voor de baggerstort, wordt bezien in hoeverre de gemeente en de provincie tot schadeloosstelling van de firma Smink moeten overgaan?
- Wil het College van B en W inzicht geven waarom de gemeente schade moet meebetalen indien de baggerstort Zevenhuizen niet wordt gerealiseerd, geredeneerd vanuit de gedachte dat de gemeenteraad van Amersfoort heeft uitgesproken de baggerstort niet te wensen en het bestemmingsplan voor de baggerstort onder dwang van de provincie is opgesteld. Ligt het niet in de lijn van dit gebeuren dat de provincie, als gevolg van de aanwijzing en het daarmee getoonde provinciale belang, in dat geval ook de mogelijke schade die Smink door voortijdige grondaankopen zou kunnen lijden, voor haar rekening neemt?
- Hoe staat het College van B en W tegenover de impliciete stelling van de provinciale woordvoerder dat, indien niet binnen één jaar een alternatieve oplossing wordt gevonden, de aanleg van de baggerstort een feit is?
- Kan het College van B en W toelichten waarom pas na één jaar zoeken naar een alternatief de noodzaak ontstaat om het realiseren van een baggerstort ten westen van Vathorst Europees aan te besteden? Indien deze noodzaak door het college wordt erkend, zou dan Europese aanbesteding daarmee nu direct moeten plaatsvinden?
- Indien de opmerkingen van de provinciale woordvoerder voortvloeien uit bepalingen in de concept-convenanten die de gemeente en de provincie voornemens zijn te ondertekenen, is het College van B en W dan bereid om deze convenanten, alvorens de ondertekening plaatsvindt, aan de raad ter goedkeuring voor te leggen?
Raphaël Smit - Leefbaar Amersfoort
Kees Kraanen – Burger Partij Amersfoort
______________________________________________________________________________
ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 2 maart 2004).
______________________________________________________________________________
- Ja.
- De gemeente is, aangezien voldaan is aan de in de overeenkomst uit 1998 met de fa. Smink opgenomen bereidheid tot planologische medewerking aan de baggerstort, op dit punt niet verplicht tot schadeloosstelling. De planschadesituatie voor de gemeente kan weer veranderen als het bestemmingsplan wijzigt in die zin dat direct belanghebbenden planologische rechten worden ontnomen. In hoeverre iets dergelijks aan de orde is voor de provincie is dezerzijds niet volledig te overzien.
- Zie vraag 2. In de Wet op de Ruimtelijke Ordening is een passage opgenomen dat bij een aanwijzing bijzondere kosten die de gemeente moet maken voor het opstellen van een bestemmingsplan verhaald kunnen worden op de provincie. Niet volledig duidelijk is wat hier precies onder valt. Er is op dit punt vrijwel geen jurisprudentie. De achtergrond waartegen de gemeenteraad tot het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan is gekomen doet overigens niet ter zake. Alleen het besluit als zodanig telt.
- De aanleg van de baggerstort is pas een feit als de aanvrager van een bouwvergunning daarvoor uiteindelijk ook besluit die bouwvergunning tijdig te benutten.
- Op dit punt is de opvatting van de gedeputeerde in het betreffende artikel niet goed weergegeven. Ged. Binnekamp heeft ons daarover bij brief van 23 februari j.l. (binnengekomen 25 februari) geïnformeerd. Een afschrift van deze brief is als bijlage bij deze beantwoording gevoegd.
- Zie vraag 5. Zoals in de beantwoording op eerdere raadsvragen al is aangegeven zal het college op korte termijn met Gedeputeerde Staten spreken over de convenanten. De teksten die voorliggen zijn nog dezelfde als eerder aan u voorgelegd. Voordat wij tot ondertekening overgaan, leggen wij de definitieve tekst aan de gemeenteraad voor.
Bijlage: brief Gedeputeerde Binnekamp d.d. 23 februari 2004 ( niet electronisch beschikbaar)
| |